Hoewel de energieschok, die een ongekende stijging van de prijzen van de bouwmaterialen veroorzaakte, nu voorbij lijkt te zijn –een verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne daargelaten– zijn we duidelijk een nieuwe inflatoire periode ingegaan. Europa zou dus de komende jaren op duurzame wijze kunnen leven met een inflatie van 4 à 5%. Moeten we hierover klagen? Gisteren nog maakten centrale bankiers zich zorgen over een mogelijke deflatie. Vandaag is het stagflatie waar onze éminences grises bang voor zijn. Toch is de groei aanhoudend en helpen de diverse stimuleringsplannen een Europa in post-covidconvalescentie.
Er is dus geen reden tot ongerustheid. De bouwsector is sinds de Tweede Wereldoorlog altijd het beste bolwerk tegen inflatie en onzekerheid geweest. Dat is nu nog zo en zal dat morgen zeker zo blijven. Dit aan het begin, in het midden en vooral aan het einde van het leven. Een dak boven het hoofd hebben is de beste garantie voor een zorgeloos pensioen, voor een investering als goede huisvader, voor een dorstlesser in geval van nood. Investeren in bakstenen garandeert niet alleen een rendement, maar ook een blijvend goed. Het is een zegen voor de staat en zijn (soms prohibitieve) successierechten. Maar het is ook een uitdaging en een grote troef voor onze jeugd, die in staat zal zijn om een eersteklas troef te laten groeien, te onderhouden en te ontwikkelen.
Maar we mogen dit prachtige instrument niet kapotmaken! Als verwende kinderen zouden onze politici met hun kortetermijnmaatregelen de deugdzame cirkel kunnen blokkeren van de goede huisvader die langzaam maar zeker zijn vermogen beschermt, investerend in de toekomst…