HOOFDSTUK I: LEDEN
Artikel 1:
Behoudens de beroepsfederaties of unies, beschikken de aangesloten verenigingen en/of afdelingen over rechtspersoonlijkheid of worden ze vertegenwoordigd door de lokale confederaties bouw die eveneens rechtspersoonlijkheid bezitten.
Artikel 2:
De aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies zijn verplicht aan het secretariaat van de Federatie de volgende inlichtingen mee te delen:
• een exemplaar hetzij van hun statuten (of van de lokale Confederatie die de vereniging en/of afdeling vertegenwoordigt), hetzij van hun huishoudelijk reglement;
• een documentaire steekkaart met vermelding van:
o hun juiste benaming;
o hun adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres;
o hun juridische vorm (of deze van de lokale Confederatie die de vereniging en/of afdeling vertegenwoordigt);
o de namen en adressen van de voorzitter en de bestuurders;
o de taal welke de voorzitter bij voorkeur gebruikt;
o de gekozen taal voor de mededelingen die bestemd zijn voor de verenigingen en/of afdelingen, de beroepsfederaties of unies, alsmede elke wijziging die zich in de voorgaande meegedeelde inlichtingen zou voordoen.
Artikel 3:
Elke vereniging en/of afdeling van algemene aannemers, beroepsfederatie of unie die zich bij de Federatie wil aansluiten, doet een schriftelijke aanvraag; zij moet aan haar verzoek de bij artikel 2 gevraagde inlichtingen toevoegen en haar aantal leden meedelen.
De aanvraag tot toetreding wordt onderworpen aan een voorafgaandelijk onderzoek door de Raad van Bestuur, die verslag geeft aan het Federaal Comité.
Het Federaal Comité beslist met twee derden van de uitgebrachte stemmen (artikel 6 van de statuten) over de aanvaarding van de vereniging en/of de afdeling, de beroepsfederatie of de unie die wenst aan te sluiten.
Het Federaal Comité is verplicht binnen 60 dagen na de indiening van de toetredingsaanvraag een beslissing te treffen. De beslissing wordt schriftelijk aan de aanzoekende vereniging en/of afdeling, beroepsfederatie of unie meegedeeld.
Artikel 4:
Elke vereniging en/of afdeling, beroepsfederatie of unie, die tijdens het dienstjaar is toegetreden, mag over een afgevaardigde in het Federaal Comité beschikken. Deze afgevaardigde heeft één raadgevende stem tot aan het einde van het lopende dienstjaar.
De nieuwe vereniging en/of afdeling, beroepsfederatie of unie zal slechts bij de verkiezingen van het volgende dienstjaar voor de normale verdeling van de zetels in aanmerking komen.
HOOFDSTUK II : ORGANEN VAN DE FEDERATIE
1. Federaal Comité
Artikel 5:
De algemene vergadering van de Federatie, genoemd Federaal Comité, is samengesteld uit:
– de voorzitter, de twee ondervoorzitters en de drie leden van het Bestuurscomité gekozen onder de leden van het Federaal Comité op voorstel van de voorzitter;
– een ambtshalve afgevaardigde van elke beroepsfederatie of unie zoals beoogd door artikel 5 van de statuten;
– uit zestig afgevaardigden afkomstig uit de verenigingen en/of afdelingen gegroepeerd op provinciale basis. Wat betreft de toepassing van dit artikel 5, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelijkgesteld met een provincie.
Artikel 6: Verdeling van de zetels
Het artikel 7 van de statuten voorziet dat de verdeling van de zestig mandaten in het Federaal Comité geschiedt volgens het economisch belang van de verenigingen en/of afdelingen gegroepeerd op provinciale basis.
Het economisch belang van een provincie zal worden geraamd volgens het totaal bedrag van de aan de Federatie overgemaakte bijdragen door de leden van de vereniging(en) en/of afdeling(en) van de betrokken provincie.
De verdeling van de zetels zal geschieden op grond van de toepassing van de volgende formule:
s
n = a x —
S
waarbij de coëfficiënten als volgt zijn bepaald:
a = 60
s = het totaal bedrag van de door de leden van de vereniging(en) en/of afdeling(en) van de betrokken provincie tijdens het vorige jaar bij de Federatie gestorte bijdragen
S = het algemeen totaal bedrag van de tijdens het vorige jaar bij de Federatie gestorte bijdragen.
De door de toepassing van de formule verkregen resultaten geven een getal bestaande uit een geheel getal gevolgd door een decimaal breukgetal.
De provincies krijgen evenveel mandaten als de gehele getallen groot zijn. De resterende zetels worden toegekend aan de provincies met de hoogste decimalen.
Bij het begin van het kalenderjaar deelt de Federatie aan de verenigingen en/of afdelingen van elke provincie het aantal mandaten mee dat hen toekomt.
De verenigingen en/of afdelingen van eenzelfde provincie duiden in onderling overleg de afgevaardigde(n) van hun provincie aan.
Artikel 7
Telkens als er aanleiding is tot aanduiding van nieuwe kandidaten voor de mandaten van voorzitter, ondervoorzitter en van lid van het Bestuurscomité, zal de Federatie drie maanden vóór de statutaire verkiezingen de verenigingen en/of afdelingen, evenals de beroepsfederaties of unies verwittigen.
De ondervoorzitters moeten zo worden gekozen dat zij samen met de voorzitter respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen.
Het ondersteunen van kandidaturen voor de mandaten van voorzitter en van ondervoorzitter moet schriftelijk en acht dagen vòòr de statutaire verkiezingen door ten minste 10 afgevaardigden van het Federaal Comité, gebeuren.
2. De Raad van Bestuur
Artikel 8:
Ter aanvulling van de bepalingen van artikel 10 van de statuten zal de verdeling van de 11 afgevaardigden afkomstig uit de verenigingen en/of afdelingen gegroepeerd op provinciale basis als volgt geschieden: elke provincie beschikt over één afgevaardigde. De verenigingen en/of afdelingen van eenzelfde provincie duiden in onderling overleg de afgevaardigde(n) van hun provincie aan.
Wat betreft de toepassing van dit artikel 8, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelijk gesteld met een provincie.
Aan de Vlaamse provincie en de Waalse provincie die de minst belangrijke bijdrage storten aan de Federatie wordt een mandaat van commissaris toegekend.
3. Scheidsrechterlijke Commissie
Artikel 9:
Het is de taak van de Scheidsrechterlijke Commissie om alle conflicten en geschillen tussen de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies en de lidondernemingen te beslechten en om de beslissingen van het Federaal Comité te doen naleven.
De Scheidsrechterlijke Commissie is bevoegd in de hierna volgende gevallen:
1) bij niet-naleving van de beslissingen van het Federaal Comité;
2) ingeval van conflict tussen aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies, op aanvraag van één der partijen;
3) ingeval van conflict tussen ondernemingen en verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies waarvan zij lid zijn, op aanvraag van één der partijen.
Artikel 10:
De Scheidsrechterlijke Commissie bestaat uit 5 leden gekozen in het Federaal Comité (artikel 16 van de statuten), maar die geen lid zijn van het Bestuurscomité.
De Commissie kiest in haar midden een voorzitter en een ondervoorzitter.
De Commissie kiest al of niet onder het personeel van het secretariaat, de persoon die belast is met de griffie.
De griffier woont de vergaderingen van de Commissie bij, doch is niet stemgerechtigd.
De administratieve opdrachten worden door het secretariaat van de Federatie waargenomen.
Artikel 11:
Elk verzoek tot tussenkomst van de Scheidsrechterlijke Commissie moet schriftelijk worden gericht aan het adres van de Federatie.
Het zal slechts op de rol worden ingeschreven mits een door de Commissie te bepalen borgtocht.
De ontvankelijkheid van een geschilpunt moet binnen de acht dagen schriftelijk aan de verzoeker worden meegedeeld.
Elke ontvankelijk verklaarde op de rol ingeschreven zaak zal binnen de dertig dagen na haar indiening aan de Commissie worden voorgelegd.
De Commissie mag alle onmisbaar geachte maatregelen treffen om in het bezit te komen van de nuttige gegevens die voor het onderzoek nodig zijn.
Indien zij heeft verklaard dat de zaak onder haar bevoegdheid valt, is de Commissie gehouden binnen drie maanden na de indiening van een zaak, een definitief verslag uit te brengen.
Artikel 12:
De Scheidsrechterlijke Commissie vergadert zo dikwijls als nodig op schriftelijke oproeping van haar voorzitter.
De door de leden van de Scheidsrechterlijke Commissie vervulde functies zijn kosteloos.
De verblijfs- en verplaatsingskosten worden vergoed volgens de bij artikel 25 voorziene modaliteiten.
Artikel 13:
De sancties voor het niet naleven van de beslissingen van het Federaal Comité worden bepaald bij artikel 8 van de statuten.
HOOFDSTUK III: DE VERKIEZINGEN
Modaliteiten van de geheime stemming
Artikel 14:
Ter aanvulling van de bepalingen van artikel 20 van de statuten zullen de statutaire verkiezingen op de volgende wijze plaatshebben:
1) De kandidaturen zullen worden voorgedragen volgens de door de statuten en het huishoudelijk reglement vereiste normen.
2) Worden verkozen, de kandidaten die voor het aantal te begeven zetels, het grootste aantal stemmen verzamelen, op voorwaarde dat het aantal verkregen stemmen niet beneden 1/3 van het aantal ter stemming aanwezige of vertegenwoordigde stemmen valt.
3) Om geldig te zijn moet een kiesbrief evenveel kandidaten aanduiden als er zetels te begeven zijn.
4) In geval het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal te begeven zetels zullen er geen verkiezingen plaatshebben, tenzij het Federaal Comité er anders over beslist.
5) Indien de ter verkiezing in nuttige orde voorkomende kandidaten het derde deel van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen niet verenigingen, zal er na afroeping van de uitslag van de eerste stemming, een tweede stemming worden gehouden.
6) Indien bij de tweede stemming het aantal vereiste stemmen nog niet werd uitgebracht, zal de kiezing acht dagen worden uitgesteld, waarbij de eerste kandidaturen, behoudens afstand, geldig blijven. De nieuwe kandidaturen dienen ten laatste twee dagen vóór de vastgestelde datum van de verkiezingen worden ingediend.
7) Bij staking van stemmen zal er herstemd worden en zelfs eventueel een derde stemming worden gehouden om de kandidaten te rangschikken.
HOOFSTUK IV: HET SECRETARIAAT VAN DE FEDERATIE
1. Betrekkingen met de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies
Artikel 15:
Alle inlichtingen van algemene aard worden door een omzendbrief aan de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies meegedeeld.
Het secretariaat kan gemachtigd worden algemene enquêtes in te stellen bij de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies ten einde zijn documentatie betreffende een aan de gang zijnde studie te vervolledigen.
De omzendbrieven evenals de enquêtes worden ter inlichting aan de leden van de Raad van Bestuur en aan voorzitters in functie van de verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies, toegezonden.
Elke mededeling wordt gedaan in de door de belanghebbende gekozen taal.
2. Betrekkingen met de overheid
Artikel 16:
In zijn betrekkingen met de overheid, kan de voorzitter het secretariaat belasten met de vertegenwoordiging van alle leden van de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies.
3. De verslagen van de vergaderingen
Artikel 17:
De verslagen van de vergaderingen van de verschillende organen van de Federatie worden aan de leden van deze organen meegedeeld.
Een exemplaar van de verslagen wordt op het secretariaat bewaard, waar het door de leden van het Federaal Comité op hun verzoek, zonder verplaatsing van de documenten, kan worden geraadpleegd.
HOOFDSTUK V: WERKZAAMHEDEN VAN DE FEDERATIE
1. Diverse Commissies
Artikel 18:
Voor de studie van iedere kwestie, die een bijzonder belang heeft, kan het Federaal Comité beslissen tot de oprichting van een bijzondere tijdelijke commissie.
Er zal voor gezorgd worden dat de commissie of alle andere organismen altijd de belangen in kwestie goed vertegenwoordigen.
De Raad van Bestuur of het Federaal Comité omschrijven er de juiste doelstelling van en stellen bij benadering de datum vast waarop de besluiten dienen te worden ingediend.
Artikel 19:
De commissies vergaderen zo dikwijls als zij dat nodig achten.
De mandaten van lid van een commissie zijn kosteloos. De verblijfs- en verplaatsingskosten van de leden worden vergoed volgens de bepalingen van artikel 25.
Artikel 20:
Betreffende de gang van haar werkzaamheden is de commissie verantwoordelijk tegenover het orgaan van wie zij haar mandaat ontving.
Na afloop van haar werkzaamheden dient de commissie haar verslag in over haar bedrijvigheid en over haar besluiten.
Mocht de voorziene termijn voor het indienen van de besluiten worden overschreden, zal de commissie een voorlopig verslag indienen en de vermoedelijke datum aanduiden waarop het definitief verslag met zijn besluiten zal worden ingediend.
Het secretariaat van de commissies wordt waargenomen door het personeel van het secretariaat van de Federatie.
2. Afvaardigingen en vertegenwoordigingen
Artikel 21:
Bij de bedrijfsorganen en de interprofessionele organen wordt de Federatie door afvaardigingen vertegenwoordigd.
Het aanduiden van de afgevaardigden behoort tot de bevoegdheid van de Raad van Bestuur, behalve wat de Confederatie Bouw betreft, omdat alleen het Federaal Comité kan beslissen over de voordrachten van mandaten van afgevaardigde bij de Nationale Raad, van lid van de Raad van Bestuur, van het Bureau voor het Innen en Verdelen der Bedrijfsbijdragen of van de Scheidsrechterlijke Commissie bij de Confederatie Bouw.
De samenstelling van alle delegaties wordt jaarlijks door de Raad van Bestuur herzien.
Artikel 22:
De afgevaardigden zijn bestendig bezorgd met de verdediging van de belangen van alle leden van de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies, wat zij zullen bereiken door een aanwezigheidspolitiek toe te passen.
Naargelang de modaliteiten van hun benoeming zijn zij verantwoordelijk voor hun mandaat hetzij tegenover de Raad van Bestuur, hetzij tegenover het Federaal Comité.
De afgevaardigden houden het Bestuurscomité voortdurend op de hoogte van het verloop van de werkzaamheden en de bedrijvigheden van de organismen waarin de Federatie vertegenwoordigd is.
Een exemplaar van al de documenten welke van deze organen uitgaan, wordt aan het secretariaat overgemaakt.
Ter gelegenheid van het eerste Federaal Comité van het dienstjaar, zullen de afgevaardigden een jaarverslag indienen over hun tijdens het verlopen jaar uitgeoefend mandaat.
3. Adviserende rol – Bemiddeling
Artikel 23:
Indien zij door de overheid wordt geraadpleegd, is de Federatie bevoegd te antwoorden betreffende kwesties die specifiek haar aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies aanbelangen.
Artikel 24:
De Federatie mag slechts stappen of tussenkomsten verrichten ten gunste van een lid van de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies op uitdrukkelijk voorzoek van de betrokken groepering en voor zover het doel van de bemiddeling de belangen niet schaadt van de leden van de andere aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies.
4. Zitpenningen en verplaatsingskosten
Artikel 25:
De in artikel 14 van de statuten vermelde verblijf- en verplaatsingkosten worden als volgt vergoed:
1. – de leden van de Raad van Bestuur krijgen per vergadering een zitpenning van € 15,00.
2. – De leden van het Federaal Comité en van de Raad van Bestuur genieten van verplaatsingskosten die gelijk zijn aan de prijs van een treinbiljet in 1ste klas en dit vanaf het station dat het dichtst bij hun woonplaats is gelegen tot aan het station dat het dichtst gelegen is bij de plaats van de vergadering.
3. – Voor eenzelfde verplaatsing naar aanleiding van verschillende door de Federatie belegde vergaderingen kan er slechts één terugbetaling in aanmerking komen voor de vergoeding van verblijf- en verplaatsingkosten.
4. – De verplaatsing- en verblijfkosten voor opdrachten in het buitenland worden als volgt terugbetaald:
o treinreis 1ste klasse of vliegtuigreis toeristenklasse;
o overnachtingkosten volgens hotelrekening;
o verblijfkosten: vast dagbedrag van € 20,00 tenzij hogere uitgaven werden gedaan die dan moeten gerechtvaardigd worden.
5. De aangesloten verenigingen en/of afdelingen
Artikel 26:
De aangesloten verenigingen en/of afdelingen groeperen op plaatselijk vlak de algemene aannemers.
Zij hebben hun eigen juridisch statuut of worden, tegenover derden, vertegenwoordigd door de lokale Confederaties Bouw waarvan ze deel uitmaken.
De aangesloten verenigingen en/of afdelingen zijn in hoofdzaak bevoegd voor de studie van elke kwestie die het vertegenwoordigde beroep betreft.
Zij hebben bijvoorbeeld tot opdracht:
1) het onderzoek van alle kwesties die het beroep aangaan en hun oplossing die past in het federaal beleid;
2) de studie en het verslag ten overstaan van de Federatie betreffende alle bijzondere problemen die betrekking hebben op het betreffende beroep, zoals de lonen, de beroepskwalificatie, de vestiging, de weerslag van sociale en/of fiscale maatregelen;
3) de studie en de reglementering eigen aan hun beroep en de tucht in de schoot van de vereniging en/of afdeling;
4) de verdediging van de belangen van hun aangeslotenen en hun regelmatige voorlichting;
5) het eventueel vaststellen van hun eigen begroting en middelen.
6. Bevoegdheidsgeschillen
Artikel 27:
De bevoegdheidsgeschillen tussen de aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies onderling, evenals de betwistingen tussen één van de organen van de Federatie en één of meer aangesloten verenigingen en/of afdelingen, beroepsfederaties of unies, worden aan het Federaal Comité onderworpen.
Artikel 28: Overgangsbepaling
Ten einde te vermijden dat het mandaat van alle leden van het Bestuurscomité in één keer zou worden hernieuwd, ziet het Federaal Comité erop toe dat het mandaat van de leden van het Bestuurscomité niet hetzelfde jaar zou worden hernieuwd.