Nieuwe sancties tegen financiële onderaanneming: wat u moet weten
De wet van 15 mei 2024 heeft verschillende wijzigingen doorgevoerd in de artikelen van het Sociaal Strafwetboek, met name op het gebied van financiële onderaanneming. Deze praktijk, die al verboden is bij overheidsopdrachten, houdt in dat een onderaannemer de volledige werken uitbesteedt aan anderen en zich beperkt tot de coördinatie. Voortaan wordt dit verbod vergezeld van strafrechtelijke sancties en zal het binnenkort ook van toepassing zijn op private opdrachten.
Verbod op financiële onderaanneming: Overheids- en private opdrachten
Binnen overheidsopdrachten is het verbod op financiële onderaanneming niet nieuw. Het verbiedt een onderaannemer om het volledige project over te dragen aan een of meerdere andere onderaannemers of zich uitsluitend te beperken tot een coördinerende rol. Tot voor kort werd dit verbod enkel vastgelegd in het bestek of de regelgeving rond overheidsopdrachten, zonder dat er strafrechtelijke sancties aan verbonden waren.
Met de inwerkingtreding van deze sancties op 21 juli 2024 verandert dat. Voortaan kan elke overtreding van het verbod op financiële onderaanneming leiden tot strafrechtelijke sancties tegen de onderaannemer, zijn vertegenwoordigers of zijn gevolmachtigden. De opdrachtnemer zelf valt niet onder deze sancties.
Voor private opdrachten is dit verbod op financiële onderaanneming een nieuwigheid. Sinds 1 januari 2025 moeten onderaannemers in private markten zich ook aan deze regel houden.
Welke sancties bij niet-naleving?
- De sancties verschillen naargelang het type opdracht:
Overheidsopdrachten: Overtredingen worden bestraft met sancties van niveau 4. Dat houdt gevangenisstraffen in van 6 maanden tot 3 jaar, en/of strafrechtelijke boetes van €4.800 tot €56.000 of administratieve boetes van € 300 tot € 3.500 - Private opdrachten: Overtredingen vallen onder sancties van niveau 3, met strafrechtelijke boetes van € 1.600 tot € 16.000 of administratieve boetes van € 100 tot € 1.000.
Uitsluiting van overheidsopdrachten
Wanneer een onderaannemer, zijn vertegenwoordigers of gevolmachtigden worden veroordeeld voor een overtreding van niveau 3 of 4, zoals het verbod op financiële onderaanneming, kan de rechter hen uitsluiten van deelname aan overheidsopdrachten voor een periode van 3 tot 5 jaar. Dit is echter geen automatische sanctie en blijft ter beoordeling van de rechter.
Het bijzondere aan deze uitsluiting is dat deze zowel kan voortvloeien uit een overtreding binnen een overheidsopdracht (niveau 4) als binnen een private opdracht (niveau 3). Dit betekent dat een inbreuk op een private markt ernstige gevolgen kan hebben en kan leiden tot een brede uitsluiting.
Wat dit betekent voor hoofdaannemers
Opdrachtnemers vallen niet onder de bovengenoemde strafrechtelijke sancties, die uitsluitend van toepassing zijn op onderaannemers. Toch is het belangrijk om te onthouden dat er binnen de regelgeving voor overheidsopdrachten andere sancties al bestonden en nog steeds van kracht zijn.
Een opdrachtnemer die de volledige werken uitbesteedt of zich beperkt tot een coördinerende rol, kan onderworpen worden aan ambtshalve maatregelen (zoals een eenzijdige beëindiging van de opdracht of de uitvoering van de werken in regie) en een dagelijkse boete van 0,2% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, met een maximum van:
- € 5.000 per dag bij een opdrachtwaarde lager dan € 10 miljoen
- € 10.000 per dag bij een opdrachtwaarde van €10 miljoen of meer
Deze dagelijkse boete gaat in op de vijftiende dag na de verzending van de aangetekende brief of elektronische kennisgeving en blijft lopen tot de tekortkoming volledig is hersteld.
Het ontvangen van deze kennisgeving kan voor de opdrachtnemer een waarschuwing zijn om de inbreuk recht te zetten. De termijn van vijftien dagen biedt de mogelijkheid om de fout te corrigeren voordat de boete effectief van kracht wordt.
Conclusie
De wet van 15 mei 2024 versterkt het verbod op financiële onderaanneming door de invoering van strafrechtelijke sancties, die uitsluitend van toepassing zijn op onderaannemers. In geval van overtreding riskeren zij nu gevangenisstraffen, boetes en zelfs uitsluiting van binnen overheidsopdrachten.
Hoewel opdrachtnemers niet onder deze nieuwe wet vallen, blijven zij onderworpen aan administratieve sancties het kader van overheidsopdrachten.